NB: Aanpassing van dosering is afhankelijk van normale of hoge uitgangsdosering. Dit hangt af van de ernst van de infectie en de gevoeligheid van het micro-organisme. Bij Pseudomonas is altijd sprake van resistentie 'I'. In de praktijk zal dus vaak de hogere doseringsrange worden gebruikt. Deze staan als eerste genoemd in de adviezen.

Intermitterende infusie:

GFR 30-50 ml/min:
Bij ernstige infecties/resistentie 'I': 2 g elke 12 uur. Bij normale gevoeligheid: 1 g elke 12 uur. Dit komt overeen met: 2 dd 100% van de uitgangsdosering.

GFR 10-30 ml/min:
Bij ernstige infecties/ resistentie 'I': 2 g elke 24 uur. Bij normale gevoeligheid: 1 g elke 24 uur, Dit komt overeen met 1 dd 100% van de uitgangsdosering.

GFR <10 ml/min:
Bij ernstige infectie/resistentie 'I': Eerste dosis 2 gram, gevolgd door 1 gram per 24 uur. Bij normale gevoeligheid: Eerste dosis 1 gram, gevolgd door 0.5 gram elke 24 uur. Dit komt overeen met 1 dd 50% van de uitgangsdosering.

Continue infusie:

GFR 30-50 ml/min:
Bij ernstige infectie/resistentie 'I': Oplaaddosering 2 gram, gevolgd door 3 gram per 24 uur. Bij normale gevoeligheid: Oplaaddosis 2 g, gevolgd door 2 gram per 24 uur.

GFR 10-30 ml/min:
Bij ernstige infectie/resistentie 'I': Oplaaddosering 2 gram, gevolgd door 2 gram per 24 uur. Bij normale gevoeligheid: Oplaaddosis 2 g, gevolgd door 1 gram continu.

GFR <10 ml/min:
Bij ernstige infectie/resistentie 'I': Oplaaddosering 2 gram, gevolgd door 1 gram per 24 uur. Bij normale gevoeligheid: Oplaaddosis 1 gram, gevolgd door 0,5 gram per 24 uur.