Overslaan en naar de inhoud gaan

tuberculose

Algemene opmerkingen

Empirische therapie:

isoniazide 1 dd 5 mg/kg met een maximum van 300 mg; 6 maanden
+ rifampicine 1 dd 10 mg/kg, maximaal 450 mg < 50 kg en 600 mg > 50 kg; 6 maanden
+ pyrazinamide 1 dd 25-30 mg/kg, maximaal 2000 mg; 2 maanden
+ ethambutol 1 dd 15-20 mg/kg, maximaal 1600 mg; 2 maanden

Dosering kinderen < 25 kg: zie Handboek tuberculose.

Toevoegen pyridoxine 1 dd 20 mg: bij alcoholisten, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, ouderen, diabetici, HIV-geïnfecteerden, ondervoede patiënten en patiënten met nierfunctiestoornissen.

Behandeling aanpassen aan gevoeligheid. Bij niet volledig gevoelige stam zie adviezen richtlijn NVALT Medicamenteuze behandeling van tuberculose.

Corticosteroiden:

het gebruik van corticosteroïden als adjuvant therapie bij de behandeling van een normaal gevoelige M. tuberculosis wordt aanbevolen bij pericarditis en bij meningitis tuberculosa.

Pericarditis tuberculosa:
Volwassenen: week 1 t/m 4 prednison 60 mg/dag (of een equivalente dosis prednisolon), week 5 t/m 8 30 mg/dag, week 9-10 15 mg/dag, week 11 5 mg/dag, daarna stop.
Kinderen: dosis op geleide van het gewicht, beginnen met ongeveer 1 mg/kg lichaamsgewicht per dag en vervolgens de dosis afbouwen volgens het schema voor de volwassenen.

Meningitis tuberculosa: Stadium I: Intraveneus dexamethason te beginnen in week één met 0,3 mg/kg/dag, daarna in week twee 0,2 mg/kg, gevolgd door vier weken orale behandeling te beginnen in week drie met 0,2 mg/kg, in week vier 0,1 mg/kg, in week vijf 3 mg, en uiteindelijk in week zes 2 mg. Stadium II (verlaagd bewustzijn) en III (coma): Intraveneus dexamethason te beginnen in week één met 0,4 mg/kg/dag, daarna verminderen met 0,1 mg/kg tot en met week vier, gevolgd door vier weken orale behandeling te beginnen in week vijf met 4 mg eenmaal daags en daarna elke week verminderen met 1 mg. Kinderen: 4 mg/kg/dag prednison in 1 ochtenddosis gedurende 4 weken, waarna afbouwen in 1-2 weken.

Meldingsplichtige ziekte groep B1.

Behandeling gaat in overleg met de TBC coordinatoren 

Dit zijn voor Rijnstate: Marjo van de Ven, longarts of Toby Dijkstra, longarts (of Robert-Jan Hassing, internist-infectioloog).

Voor Slingeland: Frank Hermens, longarts en eventueel kinderarts of GGD-arts tuberculosebestrijding.

Voor de Gelderse Vallei: Karen Oud, longarts.

Voor Rivierenland: Evelien Braam, longarts.

Behandelduur is 6 maanden met enkele uitzonderingen:

  1. Bij patiënten met meningitis tuberculosa, bot-/gewrichtstuberculose en miliaire tuberculose is een behandelduur van 9 maanden geadviseerd (intensieve fase 2 maanden, continuatiefase 7 maanden)
  2. Bij ernstig immuungecomprimitteerde patiënten: 9 maanden
  3. Bij mono/multiresistentie tegen tuberculostatica verandert het behandelplan. In geval van multi-resistentie zullen de TBC coordinatoren altijd contact opnemen met expertisecentrum Dekkerswald Groesbeek, dan wel Beatrixoord Groningen voor overname behandeling conform landelijke afspraken.

Registratie/aanmelden:

Bij positieve TBC kweken brengt de arts-microbioloog de TBC coordinator van het betreffende ziekenhuis op de hoogte en wordt de GGD-afdeling tuberculosebestrijding op de hoogte gesteld.

Miliaire tuberculose en meningitis tuberculosa:

Dit zijn medische noodgevallen en dienen bij sterke klinische verdenking na afname van alle kweken direct behandeld te worden gezien de hoge mortaliteit. Spoed-overleg met TB-coordinatoren is hierbij van groot belang. Van belang is te weten, dat bij miliaire TB sputum/BAL vloeistof voor auramine/PCR in de meeste gevallen negatief is en een spoed leverbiopt of beenmergpunctie de hoogste diagnostische opbrengst heeft. Tevens dient bloedkweek en urine op M.tuberculosis te worden afgenomen. In overleg kan een IGRA worden bepaald in het bloed.

Inname tuberculostatica:

Alle afzonderlijke tuberculostatica dienen in een keer te worden ingenomen, de diverse middelen mogen wel op 2 verschillende tijdstippen worden ingenomen in overleg met de patiënt.

Bijwerkingen:

De tuberculostatica kunnen toxische bijwerkingen geven met noodzaak tot therapiewijziging. Tevens kunnen er situaties zijn, dat de medicatie alleen via infuus en/of maagsonde gegeven moet worden. Meerdere 2e lijnsmiddelen zoals amikacine, ciprofloxacine en moxifloxacine zijn beschikbaar. In al deze situaties dient overleg plaats te vinden met een van de TB-coordinatoren.

Bronnen

  1. https://www.nvalt.nl/kwaliteit/richtlijnen/infectieziekten//Infectieziekten/Richtlijn-medicamenteuze-behandeling-van-TBC%20Oktober%202014.pdf

    Medicamenteuze therapie van tuberculose, Ned. Ver. van Artsen voor Longziekten en Tuberculose, NVALT, 2014.

  2. https://www.kncvtbc.org/uploaded/2015/10/Handboek-Tuberculose-Nederland-2018-def.pdf

    Handboek Tuberculose 2018 KNCV.

  3. https://www.kncvtbc.org/uploaded/2020/06/3.14_tuberculose.pdf

    Richtlijn tuberculose-HIV, Commissie Praktische Tuberculosebestrijding KNCV, 2020

  4. http://www.rivm.nl/Onderwerpen/M/Meldingsplicht_infectieziekten

    Meldingsplichtige ziekten

Categorie
Metadata

Swab vid: G-8536.6
Bijgewerkt: 12/30/2022 - 17:00
Status: Published