Overslaan en naar de inhoud gaan

sepsis bij neutropenie*

Adviezen

≥ 18 jaar

Indicaties: hoog risico: verwachte duur neutropenie > 7 dagen

Prioriteit Medicatie Opmerking
Prioriteit:
1e keus
Medicatie:

ceftazidim* iv oplaaddosis 2000mg, 6000mg continue per 24 uur

of

ceftazidim* iv 2000mg 3dd

Opmerking:

Bij onbekende verwekker en onbekend focus

Prioriteit:
1e keus alternatief
Medicatie:

ceftazidim* iv 2000mg 3dd

+

metronidazol iv 500mg 3dd

Opmerking:

Focus enterocolitis/typhilitis.

  • Indien gekoloniseerd met fluconazol gevoelige Candida soorten: fluconazol iv 400 mg 1 dd.
  • Indien gekoloniseerd met fluconazol ongevoelige Candida soorten:
    • micafungin iv 100 mg 1 dd voor Gelderse Vallei en Rivierenland
    • anidulafungin iv 100 mg 1 dd (oplaaddosering 200mg iv 1 dd) voor Rijnstate en Slingeland
Prioriteit:
1e keus alternatief
Medicatie:

piperacilline/tazobactam* iv 4000/500mg 4dd

Opmerking:

Focus huid, weke delen infectie, perianale laesies of pneumonie

≥ 18 jaar

Indicaties: standaard risico: verwachte duur neutropenie ≤ 7 dagen

Prioriteit Medicatie Opmerking
Prioriteit:
1e keus
Medicatie:

ceftriaxon iv 2000mg 1dd

Opmerking:

Standaard risico, hoog risico complicaties: lage MASCC score (<21): zie sepsis onbekend verwekker. Voor specifieke focus zie hoofdstuk sepsis onder desbetreffende indicatie. 

Prioriteit:
1e keus alternatief
Medicatie:

amoxicilline + clavulaanzuur* po 500/125mg 3dd

+

ciprofloxacine* po 500mg 2dd

Opmerking:

Standaard risico, laag risico complicaties: hoge MASCC score (≥ 21). Behandeling als patiënt niet opgenomen wordt. 

Algemene opmerkingen

Deze adviezen zijn bedoeld voor patiënten met neutropenie als gevolg van chemotherapie.
Neutropenie wordt gedefinieerd als: aantal neutrofielen < 0.5 * 109/L.

In het behandeladvies wordt onderscheid gemaakt tussen hoog-risico neutropenie (verwachte duur neutropenie >7 dagen, tabel 1) en standaard-risico neutropenie (verwachte neutropenie duur ≤ 7 dagen, tabel 2). Bij standaard-risico neutropenie hangt het advies af van het risico op complicaties (MASCC score).

MASCC score berekenen: MASCC Risk Index for Febrile Neutropenia - MDCalc

Bij aanwezigheid van een centraal veneuze catheter (CVC) wordt toevoegen van Gram-positieve dekking (bijv. vancomycine of linezolid) alleen aanbevolen bij een hemodynamisch instabiele patiënt, of bij klinische verdenking op een geïnfecteerde CVC.

Bij kolonisatie met een ESBL of een resistente Pseudomonas moet de therapie hierop aangepast worden

Duur van de therapie:

1. Bij bewezen infectie behandeling als zodanig, uitgaande van herstel granulocyten en verdwijnen koorts.

2. Bij niet bewezen infectie/focus:

  • Indien patiënt klinisch stabiel, koortsvrij en bloedkweken 48 uur negatief: antibiotica stoppen.
  • Indien patiënt niet koortstvrij is, maar wel klinisch stabiel met negatieve bloedkweken: overwegen antibiotica te stoppen. 
  • Bij poliklinische patiënten wordt uit praktische overwegingen 7 dagen antibiotica meegeven. 

 

Voor het instellen van antimycotica zie hoofdstuk “Systemische schimmelinfecties”. 

 

 

Bronnen

  1. Commissie Antibioticabeleid Rijngelder

Antimicrobiële middelen

De volgende antimicrobiele middelen zijn verwerkt in deze adviezen:

Externe referenties
Categorie
Metadata

Swab vid: G-500750.3
Bijgewerkt: 12/01/2023 - 17:18
Status: Published